Loopbaanontwikkeling

Over de leerstoel

De Bijzondere Leerstoel is in 2012 ingesteld op initiatief van SPV en dankzij de financiële bijdragen via de beheerstichting, waarin bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties samenwerken.

Prof dr. Marinka Kuijpers sprak op 30 november 2012 haar oratie ‘Architectuur van leren voor de loopbaan: richting en ruimte’ uit als Bijzonder Hoogleraar aan de Open Universiteit. Ze legde de nadruk op de veranderingen in onze samenleving die van leerlingen/studenten en werkenden vraagt dat zij - gedurende hun (leer)loopbaan - hun kwaliteiten leren ontdekken, ontwikkelen en benutten. Begeleiding en een loopbaangerichte leer/werkomgeving zijn hiervoor noodzakelijk.

Mede dankzij inzet van de hoogleraar en advisering is de verbetering van loopbaanontwikkeling en de bijbehorende begeleiding (LOB) vastgelegd in wetgeving betreffende het vernieuwde vmbo. Ook de positionering van loopbaanbegeleiding in het mbo is mede dankzij de hoogleraar tot stand gekomen.

De succesvolle ontplooiing van activiteiten en de noodzaak om de positie van loopbanen in het curriculum verder te versterken en uit te breiden tot de gehele onderwijskolom en arbeidsorganisaties, maakt dat het bestuur van beheerstichting zich inzet voor continuering van de leerstoel.

Hoogleraar Marinka Kuijpers

Mede dankzij inzet van de hoogleraar en advisering is de verbetering van loopbaanontwikkeling en de bijbehorende begeleiding (LOB) vastgelegd in wetgeving betreffende het vernieuwde vmbo. Ook de positionering van loopbaanbegeleiding in het mbo is mede dankzij de hoogleraar tot stand gekomen.

Lees meer

Plannen voor de bijzondere leerstoel

Het plan is om onderzoek en kennisdeling te organiseren met betrekking tot:

  • Loopbaanontwikkeling van leerlingen en studenten in de gehele beroepskolom.
  • Deskundigheidsbevordering van leraren (en hun leidinggevenden) in het kader van loopbaanbegeleiding.
  • Leven lang ontwikkelen van werknemers vanuit een loopbaanperspectief.
  • Versterken van een loopbaanleeromgeving in scholen en arbeidsorganisaties.

Uitgangspunten

Loopbaanontwikkeling van werknemers en jongeren
Loopbaanontwikkeling van leerlingen en werknemers krijgt steeds meer aandacht. Dit heeft te maken met de continue veranderingen in werk, waar werknemers op in moeten kunnen spelen om werk te krijgen en te behouden. Het onderwijs heeft de taak om leerlingen en studenten hier op voor te bereiden. Een goede loopbaanbegeleiding is essentieel om jongeren en werknemers hun eigen ontwikkeling te leren sturen om van maatschappelijke betekenis te kunnen zijn en voor persoonlijke zingeving. Ofwel: om aan de veranderende eisen in werk het hoofd te kunnen bieden waar in werk hun hart naar uit gaat. Een manier om zelf vorm te leren geven aan de persoonlijke loopbaan is het inzetten van loopbaancompetenties.

Loopbaangericht opleiden
Een omgeving waarin jongeren de kans krijgen om hun loopbaancompetenties te ontwikkelen en te benutten is praktijkgericht, dialogisch en vraaggericht. Hiervoor is samenwerking nodig tussen onderwijs en bedrijfsleven. Op school en in de beroepspraktijk activiteiten opzetten om een loopbaangerichte leeromgeving vorm te geven. Belangrijk daarbij is dat deze loopbaanactiviteiten samenhangen en ingebed zijn in het dagelijks leren en werken, Het gaat om een continu cyclisch proces van ervaren, reflectie op de ervaringen en zelfsturing in de (keuzes voor) vervolgstappen in loopbaanontwikkeling. Voor de vormgeving van loopbaangericht opleiden is duidelijke visie op loopbaanontwikkeling van belang.

Loopbaangericht werken
Om loopbaangericht opleiden te realiseren, moeten routines van docenten veranderen. Dit vraagt om professionalisering. Voor vernieuwingen is collectief leren effectiever dan individueel leren en is ondersteuning van het management essentieel. Om niet alleen een structuurverandering op gang te brengen maar ook een cultuurverandering te bewerkstellingen, is het van belang dat de focus niet alleen gericht is op de leeromgeving van de lerenden maar eveneens op de werkomgeving van docenten die eveneens loopbaangericht kan worden vormgegeven.

Niet alleen docenten, maar nagenoeg alle werknemers krijgen te maken met veranderingen in werk en worden geacht zich ‘een leven lang te ontwikkelen’. Leven lang ontwikkelen voor een individu is gericht op het van betekenis zijn voor de samenleving, om het werk te kunnen doen dat gedaan moet worden. Tegelijkertijd geeft het de mogelijkheid tot persoonlijke zingeving in het leven. Echter wat de samenleving nodig heeft, is niet altijd waar wij ‘zin’ in hebben. Door een leven lang ontwikkelen vanuit een loopbaanperspectief te benaderen, kunnen werknemers zelf invloed hebben op hun ontwikkeling. Hiervoor zouden werknemers, net als studenten, loopbaancompetenties kunnen inzetten. Voor de verbinding tussen ‘van betekenis zijn’ en ‘zingeving’ is een dialoog nodig, waarin beide partijen verantwoordelijkheid hebben en nemen. 

Onderzoeksprojecten
De hoogleraar is i.s.m. ECBO projectleider van het onderzoek Leren Stimuleren. Het onderzoek is gestart in 2022. Het is een samenwerkingsverband van ECBO, Rijksuniversiteit Groningen, Panteia en de Open Universiteit. Het uitgangspunt van het onderzoek is dat de ontwikkeling van een leercultuur en van eigen regie op dit moment worden gezien als belangrijke condities voor LLO (leven lang ontwikkelen). Onderzoeksvragen hebben betrekking hoe eigen regie ingezet wordt voor de ontwikkeling, op welke wijze leercultuur de mate van eigen regie beïnvloedt en op welke wijze eigen regie en leercultuur (positief/negatief) worden beïnvloed. Om de onderzoeksvragen te beantwoorden wordt het onderzoek opgesplitst in drie, onderling samenhangende, werkpakketten. Het eerste werkpakket heeft als doel tot een taxonomie te komen waarin de samenhang tussen eerdergenoemde doelgroepen, expressies van eigen regie en leercontexten inzichtelijk wordt als opmaat voor een conceptueel kader. Het tweede werkpakket heeft als doel om effectieve interventies voor het ondersteunen en stimuleren van eigen regie en LLO te identificeren voor verschillende doelgroepen in verschillende leercontexten, aan de hand van verdiepende casestudies in organisaties en regio’s. In werkpakket 3 wordt onderzocht in hoeverre beleid en uitvoering gericht zijn op de ontwikkeling van eigen regie en leercultuur in het bijzonder voor LLO moeilijk bereikbare doelgroepen. In 2023 is gewerkt aan werkpakket 1 en 2. De promovendi liggen redelijk op schema met hun onderzoek. Een promovendus in dit project heeft twee artikelen ingediend. Beide promovendi hebben diverse presentaties gegeven over hun onderzoek.

Bijdrage aan wetenschappelijke activiteiten
Marinka Kuijpers heeft op verschillende manieren een bijdrage geleverd aan wetenschappelijke activiteiten:

  • Beoordeling van proefschriften.
  • Lid van de NRO-programmacommissie Aansluiting (beroeps)Onderwijs en Arbeidsmarkt
  • Beoordelen van onderzoeksvoorstellen, tussen- en eindrapportage van onderzoeken gefinancierd door NRO en van een van de OU.
  • Ondersteunen/overleg van mensen die promotie overwegen, masterstudenten of practoren/ lectoren.
  • Lid van de adviescommissie onderzoek ondersteuning van optimale studieloopbaan­keuzes met als opdrachtgever Instituut Gak.
  • Bijdrage aan onderzoek naar leven lang ontwikkelen door Rijnconsult.
  • Advies aan NRO en ministerie.
  • Bijdrage aan de Delphimethode door Suzanne Rice en Tristan Hooley.
  • Interview in het kader van het onderzoek ‘Brugfiguren en gespreksmethodiek Levenslang Leren’ in Vlaanderen.

Kennisdeling
Kennisdeling vindt plaats door zitting te nemen in de adviesraden van het Consortium Beroepsonderwijs, het landelijk Expertisepunt LOB en het tijdschrift Begeleidingskunde. Daarnaast maakt de hoogleraar deel uit van de ‘LOB-tafel’, een landelijke LOB-groep vanuit beleid, praktijk en wetenschap over de ontwikkelingen in het onderwijs op het gebied van LOB, en het netwerk van hoogleraren, lectoren en practoren in het beroepsonderwijs. Verder maakt de hoogleraar deel uit van de kerngroep kennisprofessionals van NOLOC (beroepsvereniging loopbaanadviseurs) en de Euroguidance Reference Group.